JISTRUM – “Met pijn in het hart neem ik afscheid van dit project en draag het orgel aan u over”. De bevlogen orgeladviseur en organist Jan Jongepier legde vrijdagavond in Jistrum even het hart op de tong bij de officiële ingebruikname van de gerestaureerde PKN-dorpskerk. De heropening ging gepaard met de oplevering van het monumentale orgel vanuit vanouds de gereformeerde kerk. “Een van de tien oudste orgels in Fryslân. Het pijporgel dateert uit 1710-1720”.

Orgeladviseur en organist Jan Jongepier (Foto: Jelle Raap)

De betrokkenheid van Jongepier bij juist dit orgel is niet alleen intensief geweest, maar ook langdurig. Ruim twintig jaar geleden werd hij door toentertijd de gereformeerde kerkleden uit Jistrum aangetrokken voor het verlenen van advies over de restauratie. “Toen had niemand kunnen bevroeden dat we hier vanavond zouden zitten om hetzelfde orgel opnieuw in gebruik te nemen in de dorpskerk”.

Schuilkerkorgel

Het betreft hier een schuilkerkorgel, zo onthulde Jongepier, dat zo rond 1845 wellicht dienst heeft gedaan voor het opluisteren van de erediensten in de roomse kerk te Vleuten. Over de geschiedenis van het orgel tussen pakweg 1710-1845 is geen enkele informatie voorhanden. “De techniek voor het bespelen, zoals de windlade en het klavier, dateert uit ongeveer 1850”. De gereformeerde gemeente in Jistrum kocht het muziekinstrument in 1938 aan voor zeshonderd gulden. “Dat is nu een klein bedrag, maar was toen wellicht een forse investering”. Dat de restauratie zo lang duurde, heeft alles te maken gehad met de prioriteiten van monumentenzorg. Nadat er subsidie beschikbaar kwam, raakten diverse zaken in Jistrum door toedoen van het samen-op-weg-proces van de hervormden en de gereformeerden in een stroomversnelling. Op 15 maart 2005 gingen alle kerkleden uit het dorp zonder slag of stoot akkoord met een ingrijpend plan voor alle kerkelijke gebouwen en de toen nog twee kerkorgels.

Totaalplan

"Achterôf besjoen is it net iensens sa gek dat it rûn is sa’t it rûn is”, concludeerde Harm Hamstra als voorzitter van het College van Kerkrentmeesters. De beide kerkgenootschappen zijn na een jarenlange periode van federatief samenwerken inmiddels gefuseerd tot de Protestantse Kerk Nederland te Jistrum. Het gereformeerde kerkgebouw is omgetoverd tot een ultramodern en markant verenigingsgebouw voor de PKN-leden, terwijl het orgel van de gereformeerden nu een gemeenschappelijk bezit is dat stevig in de vanouds hervormde kerk is verankerd. “Wy hiene fan alles twa”, stelde Hamstra over de oorspronkelijke bezittingen vast. Het totaalplan behelste voor een deel dan ook verkoop.

Feest op feest

Voor de kerkrentmeesters zijn de voorbije jaren druk en eveneens feestelijk geweest. “As jo nochris de kâns krije, moatte jo rintmaster fan de tsjerke wurde. Salang as ik yn it kolleezje sitten haw, ha wy elk jier wol in feestje hân”, grapte Hamstra. “It kofjedrinken is it swierste wurk wat der by is, want der moat wol fergadere wurde”. Ook daarbij zijn, aldus Hamstra in een jolige bui, de wonderen niet uitgesloten. “Ienris hiene wy gjin kofje, mar wol wetter. It wetter waard samar kofje troch it wûnder fan Moccona”. De kerkrentmeesters konden zich naast goede koffie gelukkig prijzen met warme financiële steun van onder meer de rijksoverheid, de provincie, het VSB-fonds, de stichting voor behoud van het Nederlandse orgel en de stichting Organum Frisicum.

Opvallend ribwerk

Dankzij vlotte medewerking van Monumentenzorg kenmerkt de dorpskerk zich nu door een eigen stijl en sfeer. Zo zijn de ribben in de gewelven door Algra van ArtDecor geschilderd in een decoratieve en warme stijl. Plafondbeschilderingen zijn er, aldus BNA-architect R. Kouwen, bij de restauratie niet ontdekt. Volgens overgeleverde verhalen zijn bij een eerdere klus de pleisterlagen door het verweren losgeraakt en op de grond gevallen. De ingangen aan de noord- en zuidzijde zijn volgens Kouwen vermoedelijk in de 18e eeuw dichtgemetseld. “De ene ingang was toen voor de vrouwen, de andere voor de mannen. Na de intrede van het protestantisme was er van deze scheiding geen sprake meer”. Inmiddels is er op last van de brandweer opnieuw een extra uitgang gecreëerd die als vluchtroute dienst kan doen. “Er is in ons land nog nooit een kerk tijdens een eredienst afgebrand, maar er moest een extra deur komen. Toch blijft het bijwonen van een kerkdienst nog altijd veiliger te zijn dan het vliegen en zelfs dan het vliegen in de eerste klas”. Namens installatiebedrijf Damstra te Driesum, de orgelbouwers Bakker-&Timmenga te Leeuwarden en zijn eigen bedrijf overhandigde Kouwen symbolisch een cheque aan de kerkrentmeesters. Bouwbedrijf Veenstra te Jistrum stelde al eerder een cadeau aan de kerk ter beschikking. Dit bedrijf heeft met een verwijzing naar een bekende psalm, zo voegde Kouwen er tot veler begrip aan toe, ook zorggedragen voor speciale dakpannen op de dorpskerk. “Het zijn dakpannen voor het nestelen van gierzwaluwen, maar we blijven ook hopen dat de mussen de weg naar de kerk weten te vinden”.

Herinneringen

De dorpskerk biedt plaats aan 125 gasten die merendeels op biezenmatstoelen kunnen plaatsnemen en voor een deel op vijf eikenhouten banken onder de galerij. Deze is voorzien van geschilderde teksten zoals: Looft God boven alles. Op de preekstoel prijkt een statenbijbel uit 1874 die dit jaar eveneens is gerestaureerd. Het scharnierend koperen doopbekken onderaan de preekstoel is nog aldoor aanwezig, maar zal niet meer worden gebruikt. Als doopvont doet een kalkstenen kunstwerk van G. Bolhuis uit Amsterdam dienst. Aan de vier zijden hiervan zijn de symbolen van de vier evangelisten Marcus, Lucas, Mattheüs en Johannes aangebracht. Het kerkgebouw op zichzelf is ooit gewijd aan Petrus. Een van de oudste herinneringen uit het vorige millennium betreft een zilveren avondmaalsbeker uit 1685. Twee ouderwetse ‘ponkjes’, collectezakken aan een lange stok, houden eveneens de herinnering aan het verleden in ere. Nieuw is de vloerwarming die grotendeels is gerealiseerd in uitsparingen die al in 1950 zijn gemaakt. Al met al zijn de kerkrentmeesters ruim 2,5 jaar in touw geweest met de Jistrumer kerkprojecten. “It is hiel bysûnder dat der in hiel soad bard is en dat sûnder ek mar ien wanklank”, zo roemde voorzitter Pieter van der Veen van de kerkenraad de inbreng van alle betrokkenen.

Bron en foto´s: Nijsnet